Direct naar content

Jong, dakloos en wachten

Column

Hoezo crisisopvang als het zes maanden duurt voordat je er terechtkunt? Dat is veel en veel te lang, zeker bij kwetsbare jongeren.

 

De 22-jarige Marcel zit diep in de problemen. Hij leidt een zwervend bestaan, slaapt buiten of bij bekenden op de bank. Een hulpverlener komt in contact met hem en ziet dat er snel iets moet gebeuren om verder afglijden te voorkomen. Dat geeft Marcel hoop.

 

De hulpverlener meldt hem aan bij het Daklozenloket. Na een intake wordt hij op de wachtlijst geplaatst van een instelling die crisisopvang biedt aan jongeren. Twee maanden later informeert de hulpverlener hoe het ermee staat. De wachtlijst is lang, is het korte antwoord.

 

Weer twee maanden later neemt hij opnieuw contact op. Een medewerker belooft uit te zoeken hoe het staat met de wachtlijst. Vervolgens blijft het stil. De hulpverlener weet het niet meer. ‘Te triest voor woorden dat er zo’n lange wachtlijst is voor crisisopvang,’ schrijft hij aan de Jeugdombudsman. ‘Dit kan zo niet langer. Zou u willen kijken of hier iets aan kan worden gedaan?’

 

De Jeugdombudsman start een ‘interventie’ en vraagt de klachtencoördinator bij de gemeente om de zaak binnen een week op te pakken. Met excuses voor de late reactie meldt de gemeente een maand later dat er actie is ondernomen. Het Daklozenloket heeft contact gehad met Marcel en zijn hulpverlener. Ook is er een opvangplek gevonden. Eindelijk, na zes maanden!

 

Helaas is deze zaak geen incident. Overal in de jeugdzorg zijn lange wachtlijsten waardoor problemen vaak ernstiger worden of jongeren helemaal afhaken. Het wordt voor hen steeds moeilijker om nog een lichtpuntje te zien. De Jeugdombudsman dringt dan ook aan op een snelle en adequate aanpak van de wachtlijsten.

 

Column in de Stadskrant van 23 november 2023