College Den Haag geeft antwoord op vragen Jeugdombudsman over Jeugdhulp
Jeugdombudsman Yvette Nass riep in april van dit jaar het college van Burgemeester en Wethouders van Den Haag op om snel helderheid te geven over…
Brief
Aan het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Den Haag
(verstuurd per e-mail)
Den Haag, 7 december 2023
Onderwerp : Zorgenbrief ombudsman rechtsbescherming jeugdhulp 2024
Bijlagen: 2
Geacht college,
De gemeente zal per 1 januari 2024 veranderingen doorvoeren rondom het aanbod van jeugdhulp. In verband daarmee hebt u een voorstel voor een gewijzigde verordening jeugdhulp op 20 november naar de raad gestuurd. Gelet op de tekst van die voorgestelde verordening, vraag ik mij af of de rechtsbescherming voor jeugdigen en hun ouders/verzorgers en de informatieverstrekking daarover vanaf januari 2024 voldoende geborgd is. Hieronder deel ik mijn zorgen daarover. Ook vraag ik u om een reactie.
Uit artikel 2.6 van de voorgestelde verordening kan worden begrepen dat er niet altijd een beschikking wordt afgegeven bij een beslissing over het aanbod jeugdhulp. Ik leid dat af uit de vermelding in dat artikel dat ‘in ieder geval’ een beschikking wordt gegeven op een aanvraag om een individuele jeugdhulpvoorziening in drie nader genoemde situaties. Het gebruik van die term ‘in ieder geval’ impliceert dat er niet in alle gevallen een beschikking wordt gegeven. Als Jeugdombudsman vind ik het van groot belang dat er uit oogpunt van rechtsbescherming in alle gevallen een schriftelijke beschikking wordt afgegeven.
Ik licht dat hieronder toe.
Uit de Algemene wet bestuursrecht en de Jeugdwet volgt, dat een beslissing over een individuele jeugdhulpvoorziening (op aanvraag of ambtshalve) een beschikking is. Tegen een beschikking is bezwaar mogelijk. En die mogelijkheid (de bezwaarclausule) moet op grond van de wet in de beschikking zelf worden vermeld. Als er geen schriftelijke beschikking wordt afgegeven, hoe kan de aanvrager dan weten dat er bezwaar mogelijk is?
Ook wijs ik op het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK). Op grond daarvan moeten ouders en jeugdigen adequaat geïnformeerd worden over de mogelijkheid een beschikking te ontvangen waartegen bezwaar mogelijk is. Zie daarover ook de brandbrief van Defence for Children en de publicatie in Binnenlands Bestuur eerder dit jaar (zie bijlagen).
Wat betreft het belang van het bieden van volwaardige rechtsbescherming en het borgen van een goede informatieverstrekking over de bezwaarmogelijkheid, wijs ik nog op mijn rapport “Zoektocht naar passende hulp” uit 2018. In dat rapport deed ik de aanbeveling om de gemeentelijke regels aan te passen zodat in geval van aanvragen om jeugdhulp en verlengde jeugdhulp, altijd een beschikking wordt afgegeven. Dus niet alleen op verzoek of bij een weigering.
Ook uitte ik toen al mijn zorgen over de verstrekking van informatie over de bezwaarmogelijkheid aan jeugdigen en ouders in de gevallen waarin geen beschikking wordt afgegeven. Ik wees er toen ook op dat als het informeren van jeugdigen en ouders in die gevallen enkel (mondeling/schriftelijk) gebeurt door een gezinscoach, dit het risico inhoudt van ongelijke behandeling. Als de betrokken gezinscoach onverhoopt vergeet ouders te informeren over de mogelijkheid om een beschikking te vragen en krijgen, worden zij in hun rechtsbescherming belemmerd.
Mijn zorgen over volwaardige rechtsbescherming en informatieverstrekking over de bezwaarmogelijkheid zijn nu opnieuw actueel en urgent. Vanwege de genoemde bepalingen in de voorgestelde verordening. En vanwege het feit dat vanaf 2024 de beoordeling van aanvragen jeugdhulp en de informatieverstrekking over de bezwaarmogelijkheid niet langer in handen is van de gemeente zelf, maar gemandateerd aan de samenwerkingsverbanden en de personen die daar werkzaam zijn.
In artikel 5.5 van de voorgestelde verordening staat dat het college zorgt voor een behoorlijke behandeling van klachten die betrekking hebben op hulpvragen of aanvragen op grond van de verordening. Tegelijkertijd staat er, dat het college erop toeziet dat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen een klachtenregeling hebben die voldoet aan de wet.
Klachtbehandeling is net als bezwaar een vorm van rechtsbescherming. Er moeten geen onnodige drempels zijn voor klachtbehandeling en het moet zonder meer helder zijn waar de burger terecht kan met welke klacht.
Zie daarvoor ook de conclusies en aanbevelingen uit mijn rapport “De weg kwijt in een oerwoud van klachtregelingen”. Niet voor niets pleit ik daarin voor een laagdrempelige toegang en een integrale en uniforme regeling en procedure voor alle klachten.
Uw College zegde naar aanleiding van genoemd rapport toe dat er een uniforme integrale klachtenregeling komt die gehanteerd gaat worden door de jeugdhulpaanbieders die aangesloten zijn bij de samenwerkingsverbanden die per 1 januari 2024 de Jeugdwettaken gaan uitvoeren voor de gemeente Den Haag. Deze klachtenregeling moet per 1 januari 2024 gaan gelden.
Zoals u weet deed ik de gemeenteraad in de Commissie Samenleving van 23 november jl. de toezegging deze klachtenregeling te willen beoordelen aan de hand van eerdere aanbevelingen van de Jeugdombudsman rondom uniforme en integrale klachtbehandeling. Zodra de Jeugdombudsman deze regeling heeft ontvangen zal zij de raad volgens genoemde afspraak daarover informeren.
Genoemde bepalingen uit de voorgestelde verordening roepen niettemin de vraag op, wie vanaf 2024 welke klachten gaat behandelen. En hoe voor jeugdigen en ouders duidelijk is bij wie ze met welke vraag of klacht terecht kunnen: gemeente of jeugdhulpinstellingen die zijn aangesloten bij de samenwerkingsverbanden?
Voor de Jeugdombudsman is belangrijk dat niet alleen de samenwerkingsverbanden, maar ook de gemeente als eindverantwoordelijke voor de jeugdhulp op grond van de Jeugdwet, aanspreekbaar is en blijft voor problemen, vragen en adequate afhandeling van klachten over jeugdhulp.
Zoals ook toegelicht in de raadscommissie van 23 november jl. krijg ik van ouders en professionals vragen over waar zij terecht kunnen met hun vragen en klachten over de nieuwe situatie. De website www.jeugdhulpdenhaag.nl biedt hierover op dit moment nog onvoldoende duidelijkheid. Dit baart mij zorgen.
Als Jeugdombudsman vind ik het, om hiervoor genoemde redenen, van groot belang dat er in alle gevallen van jeugdhulp een schriftelijke beschikking wordt afgegeven en dat daarnaast op kindvriendelijke wijze en proactief informatie wordt verstrekt over de bezwaarmogelijkheid. Ook moet het voor jeugdigen, ouders en professionals duidelijk zijn waar ze terecht kunnen met een probleem, vraag of klacht over jeugdhulp.
Het huidige voorstel voor de verordening jeugdhulp 2024 c.q. het niet in alle gevallen afgeven van een beschikking over jeugdhulpvoorzieningen is naar mijn mening in strijd met de wet en het IVRK.
Ik vraag u mij schriftelijke en gemotiveerd aan te geven of deze brief voor het College aanleiding is uw raadsvoorstel inzake de verordening Jeugdhulp 2024 aan te passen en zo ja, op welke punten.
Daarnaast vraag ik u in uw reactie aan te geven hoe wordt geborgd dat ouders, jeugdigen en professionals weten waar ze terecht kunnen met vragen en klachten in de nieuwe situatie vanaf 1 januari 2024.
De raad zal zich binnenkort over vaststelling van de Verordening buigen. Ook wordt het voorstel, naar ik heb begrepen, daarvoor nog besproken in de commissie Samenleving. Om die reden stuur ik ook een afschrift van deze brief naar de commissie Samenleving.
Graag ontvang ik zo spoedig als mogelijk uw schriftelijke reactie, in ieder geval voordat de raad over het voorstel beslist.
Met vriendelijke groet,
Yvette Nass,
Jeugdombudsman Den Haag
Deel deze pagina