Direct naar content

Wie geeft mij zak- en kleedgeld

Rapport

Onderzoek naar zak- en kleedgeld voor jongen in instelling

Toen Maya 15 jaar was, woonde ze in Den Haag, in een logeerhuis voor kinderen die niet meer thuis kunnen wonen. Ze kreeg geen zak- en kleedgeld. Niet van haar ouders, maar ook niet van het logeerhuis. Ze kreeg ook geen informatie over hoe ze haar zak- en kleedgeld wel kon krijgen. Ze heeft hierover geklaagd bij de Jeugdombudsman Den Haag en de Kinderombudsman. De ombudsmannen hebben onderzoek gedaan naar haar klacht.

Uit het onderzoek blijkt dat de klacht van Maya terecht is: zij had zak- en kleedgeld moeten krijgen. De gemeente Den Haag had er allereerst al lang voor kunnen en moeten zorgen dat voor kinderen als Maya afspraken gemaakt waren om hun zak- en kleedgeld goed te regelen. Ook hadden het logeerhuis en de voogd van Maya de situatie van Maya eerder samen moeten oplossen. Verder hadden het logeerhuis, de voogd en gemeente Maya goed moeten informeren over hoe zij zak- en kleedgeld kon krijgen.

Tijdens het onderzoek bleek ook dat het probleem is dat er niet één regeling is voor zak- en kleedgeld die in heel Nederland geldt. Een regeling waarin precies staat wie het zak- en kleedgeld moet vergoeden en wie het betaalt aan het kind zelf. Hierdoor zijn er nog veel meer kinderen zoals Maya zonder zak- en kleedgeld. Het gaat om kinderen die in een instelling wonen en hun ouders niet meer zien of van wie de ouders de kosten van zak- en kleedgeld niet kunnen betalen. De instellingen waar de kinderen wonen, gemeenten en voogden (of jeugdbeschermers) wijzen voor zak- en kleedgeld vaak naar elkaar.

Ondertussen zijn de kinderen de dupe. Die hebben geen geld. Ook ontstaan er grote verschillen in zak- en kleedgeld tussen de kinderen op één groep. De kinderen hebben meestal geen idee hoe ze alsnog aan zak- en kleedgeld kunnen komen. En de volwassenen om hen heen soms ook niet.

Dat moet anders, vinden de Jeugdombudsman en de Kinderombudsman. Ze willen dat er alsnog één regeling komt voor heel Nederland over zak- en kleedgeld. Totdat die regeling er is, moeten de instellingen, voogden/jeugdbeschermers en gemeenten samen goede afspraken maken. Ze moeten die afspraken ook goed uitvoeren. Ook moeten kinderen en volwassenen makkelijk informatie kunnen vinden over hoe je zak- en kleedgeld regelt.

De ombudsmannen vragen het ministerie van VWS om na te denken over één regeling voor heel Nederland. Verder geven ze een paar aanbevelingen (tips) aan de instanties die betrokken waren bij de zaak van Maya. Ook geven ze aanbevelingen aan dezelfde soort organisaties in de rest van Nederland. Op deze manier hopen de ombudsmannen dat nu en in de toekomst voortaan alle kinderen hun zak- en kleedgeld krijgen.