Onderzoek naar invloed verblijfsstatus ouders op leven kinderen
In Nederland wonen best veel kinderen die arm zijn: thuis is er geen geld voor een eigen fiets, de verwarming gaat in de winter niet aan, de kinderen hebben geen eigen slaapkamer, gaan niet op vakantie en geven geen verjaardagsfeestje. De kinderen hebben soms ook geen huis meer en zwerven van adres naar adres. Sommige kinderen missen daardoor school of krijgen niet elke dag warm avondeten.
Een deel van de gezinnen van deze kinderen is arm omdat de vader of moeder niet in Nederland mag wonen van de Nederlandse staat. De kinderen zelf hebben de Nederlandse nationaliteit of hebben een verblijfsvergunning, maar hun vader of moeder heeft dat niet. Daardoor krijgt het hele gezin geen (volledige) uitkering en geen toeslagen die helpen bij het betalen van de huur of de zorgverzekering. Dit rapport gaat over de armoede van deze Nederlandse kinderen met een ouder zonder verblijfsvergunning. In het rapport lees je de verhalen van Merhan, Meriam, Aron, Yasmine, Lin, Anna, Maikel, Ina, Matthias, Larissa, Andrea, Kisia en vele andere kinderen die in die situatie opgroeien.
De Kinderombudsman en de gemeentelijke kinder/jeugdombudsmannen van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam maken zich zorgen over de kinderen uit deze gezinnen. Daarom hebben ze onderzoek gedaan naar hun situatie en vooral naar de vraag:
Hoe kan de situatie verbeterd worden van Nederlandse kinderen met een ouder die niet in Nederland mag wonen?
In het Kinderrechtenverdrag staat namelijk dat alle kinderen er recht op hebben om op te groeien in een gezin waar genoeg geld is om te kunnen leven en zich te kunnen ontwikkelen. Dit verdrag geldt in Nederland en deze rechten gelden ook voor de kinderen met een ouder die niet in Nederland mag wonen.
Om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag hebben De Kinderombudsman en de gemeentelijke kinder/jeugdombudsmannen verschillende verhalen van kinderen gelezen, met kinderen gesproken, met volwassenen gesproken en andere informatie verzameld.
Uit al deze informatie hebben de ombudsmannen op een rij gezet om hoeveel kinderen het ongeveer gaat en hoe hun gezin er uit ziet. Ook is beschreven hoe het komt dat een ouder geen verblijfsvergunning heeft en misschien ook nooit krijgt. De Kinderombudsman vindt dat bij de beslissing of een ouder een verblijfsvergunning krijgt niet genoeg gekeken wordt naar wat goed zou zijn voor de kinderen.
Verder blijkt uit het onderzoek dat er drie belangrijke oorzaken zijn waarom deze gezinnen met een ouder zonder verblijfsvergunning arm zijn.
- De vader en/of moeder kan niet voor genoeg geld zorgen. Als een ouder geen verblijfsvergunning heeft, mag die niet werken in Nederland en kan die dus geen geld verdienen. Dat betekent dat de andere ouder genoeg moet verdienen voor het hele gezin. Dat lukt niet altijd. En soms is er geen andere ouder; dan is er niemand die kan zorgen voor geld.
- Er is een wet waarin staat dat een gezin geen geld krijgt van de Nederlandse staat als één ouder niet in Nederland mag wonen. Als vaders en moeders niet zelf voor genoeg geld kunnen zorgen, krijgen ze normaal gesproken geld van de Nederlandse staat. Maar dit is niet zo als de vader of moeder niet in Nederland mag wonen. Dat komt door de Koppelingswet: die koppelt aan elkaar dat als je niet in Nederland mag wonen, je ook geen geld krijgt van de Nederlandse overheid.
- Kinderen mogen ook niet zelf geld krijgen omdat de Nederlandse regering heeft gezegd dat artikel 26 van het Kinderrechtenverdrag niet helemaal geldt. In het Kinderrechtenverdrag staat dat alle kinderen er recht op hebben om op te groeien in een gezin waar genoeg geld is om te kunnen leven (art. 27). Als dat niet lukt, dan moeten kinderen zelf of via hun ouders geld krijgen van de overheid (art. 26). Nederland heeft een uitzondering gemaakt bij dit deel van het Kinderrechtenverdrag en heeft gezegd dat kinderen in Nederland niet zélf geld kunnen krijgen van de overheid. Volgens Nederland hoeft dat ook niet, omdat ze geld kunnen krijgen via hun ouders. In principe klopt dat, maar niet voor de gezinnen met een ouder zonder verblijfsvergunning: daar krijgen de ouders juist niets en daardoor de kinderen dus ook niet. De uitzondering die Nederland heeft gemaakt pakt dus heel slecht uit voor deze kinderen.
De Kinderombudsman en de gemeentelijke kinder/jeugdombudsmannen hebben nagedacht over wat er moet veranderen om deze oorzaken aan te pakken. Wat moet er gebeuren om er voor te zorgen dat ook kinderen met een ouder zonder verblijfsrecht niet zo arm hoeven te zijn? De ombudsmannen doen tien voorstellen aan de Nederlandse overheid. De belangrijkste zijn:
- de belangen van kinderen moeten een belangrijkere rol en een zwaarder gewicht krijgen bij de beslissing of een ouder een verblijfsvergunning krijgt: hun belangen moeten meegewogen worden. Om die belangen goed te kunnen afwegen moet de IND, die beslist of iemand een verblijfsvergunning krijgt, soms iemand inschakelen die de IND kan vertellen wat het beste voor het kind is;
- als er maar één ouder voor de kinderen zorgt, moet de overheid die ouder helpen om van de andere ouder geld te krijgen om voor de kinderen te kunnen zorgen;
- de (Koppelings)wet moet worden aangepast, zodat een gezin met kinderen onder de 18 jaar toch geld kan krijgen van de overheid, ook al heeft één van de ouders geen verblijfsrecht;
- de overheid moet stoppen met de uitzondering bij art. 26 van het Kinderrechtenverdrag: kinderen moeten ook zelf geld kunnen krijgen van de overheid, zeker als dat niet via hun ouders kan.
Daarnaast hebben de ombudsmannen een handreiking voor de gemeenten opgesteld. De handreiking is een overzicht van wat een gemeente allemaal kan doen voor gezinnen met een ouder die niet in Nederland mag blijven. Als de gemeente zich daar aan houdt, dan zijn de gezinnen minder arm en hoeven ze ook niet op straat te komen staan. Voor het geval dat dat toch gebeurt, dan staat in de handreiking dat de gemeente moet zorgen voor een opvangplek en waar de gemeente daarbij op moet letten.
De Kinderombudsman en de gemeentelijke kinder/jeugdombudsmannen verwachten dat het overnemen van de voorstellen en de handreiking de situatie verbetert voor Nederlandse kinderen met een ouder zonder verblijfsvergunning. Dan kunnen ook zij opgroeien in een gezin waar genoeg geld is om van te leven en om zich goed te kunnen ontwikkelen.