Direct naar content

Maatwerk geparkeerd

Rapport

Een onderzoek naar gehandicaptenparkeerplaatsen voor passagiers

Samenvatting

Dit onderzoek van de Gemeentelijke ombudsman en Jeugdombudsman gaat over de gehandicapten-voorzieningen voor passagiers van de gemeente Den Haag. Het betreft de aanvragen voor parkeerplaatsen voor inwoners met een beperking die zelf niet kunnen rijden, bijvoorbeeld omdat ze minderjarig zijn.

 

We hebben 264 aanvragen onderzocht over de periode 2018 – eerste helft 2020. Daarvan zijn er 64 afgewezen. Dat roept de vraag op wat hier aan de hand is. Het gaat wel om een kwart van de aanvragen en het gaat om inwoners die bij de gemeente aankloppen voor een oplossing van een voor hen groot probleem. Dit beeld klopt met de klachten die bij ons binnengekomen zijn. Ook daarbij gaat het om inwoners met een ernstige beperking. We hebben onderzocht hoe de gemeente deze aanvragen behandeld heeft.

 

Omdat het hier om maatwerk gaat, is het belangrijk dat de gemeente oog heeft voor specifieke omstandigheden van de aanvrager en zo nodig bereid is van de regels af te wijken. Het blijkt dat de gemeente dat nauwelijks doet. Dat komt omdat de GGD keuringsarts heel terughoudend is in het toepassen van de medische hardheidsbepaling. Hij wil zo objectief mogelijk keuren. En hij verwijst naar de gemeente om te kijken naar andere redenen dan medische.

 

Maar de gemeente gebruikt de hardheidsbepaling ook heel beperkt. De gemeente past hardheid in de praktijk alleen toe op gronden die in de Haagse beleidsregeling zelf al zijn voorzien. Daarbij gaat het alleen om medische redenen, geen sociaal-economische. De gemeente wijkt dus in de praktijk niet van de regeling af, en gebruikt niet de mogelijkheid die de regeling en de wet daar uitdrukkelijk wel voor bieden.

 

Wij adviseren daarom veel meer maatwerk toe te passen en zo nodig van de regeling af te wijken om tot de beste beslissing te komen passend bij de specifieke situatie van de aanvrager. Om maatwerk te kunnen leveren is het nodig dat de gemeente onderzoek doet naar de situatie van de aanvrager. De gemeente blijkt niet proactief te zijn bij haar onderzoek. De gemeente gaat af op het ingevulde aanvraagformulier.

 

Lang niet altijd neemt de gemeente contact op met de aanvrager, dat hangt af van de medewerker. Het blijkt dat wanneer de aanvrager over een rolstoel beschikt dat alleen reden is de aanvraag voor parkeerplaats af te wijzen. Lang niet alle aanvragers zijn daarvan op de hoogte. We hebben diverse aanvragen gezien waarin pas na eerste afwijzing meer specifiek naar bijzondere omstandigheden gekeken werd. Soms is die informatie wél bekend bij de gemeente (afdeling WMO). Die informatie wordt niet gedeeld.

 

Wij pleiten daarom ervoor altijd vóór een voornemen tot afwijzing mondeling contact met de aanvrager op te nemen. Dan kan de ambtenaar vragen naar de gezins- en andere bijzondere omstandigheden. En we pleiten er verder voor daarover informatie op te vragen bij andere gemeentelijke diensten waar de aanvrager of de bestuurder al bekend is.

 

Natuurlijk moet de aanvrager zelf de relevante informatie geven, maar dan moet hij wel weten wát hij moet aanleveren. Dat is nu niet duidelijk genoeg. Zo wisten aanvragers lang niet altijd dat de GGD keuring alleen gaat over een parkeerkaart. Een positief medisch advies na die keuring betekent niet dat daarmee een parkeerplaats wordt toegekend. Ook informeert de gemeente de aanvrager niet genoeg over de voorwaarden om een parkeerplaats toe te kennen, met name niet voor de situatie waarin sprake is van een rolstoel.

 

Wanneer de gemeente afwijst is voor aanvragers niet voldoende duidelijk waarom dat gebeurt en wat deze aan gegevens moet leveren om goed bezwaar te kunnen maken. De gemeente informeert aanvragers alleen over de procedure wanneer deze daarom vragen. Wij adviseren de gemeente de aanvragers veel actiever te informeren over de voorwaarden, mogelijke bijzondere omstandigheden en de procedure voor deze gehandicaptenvoorzieningen. Laat de aanvrager weten wat de termijnen zijn en of deze gehaald worden. Geef in de afwijzing de specifieke argumenten nauwkeurig aan en hoe ze zijn gewogen.

 

We hebben 21 kinddossiers onderzocht om na te gaan of de gemeente voldoet aan het Internationaal Verdrag voor de rechten van het kind. Het verdrag schrijft voor dat de belangen van het kind in de afwegingen voorop en centraal moeten staan. Daarvoor hebben we geen enkele aanwijzing gevonden. Ook houdt de gemeente onvoldoende rekening met de zware belasting van ouders van gehandicapte kinderen.

 

Bij aanvragen waar een kind betrokken is, is de gemeente eraan gehouden de belangen van het kind voorop te stellen. Bij de intake is het belangrijk om die omstandigheden breed uit te vragen. Ook de belasting van de ouders dient in de afweging betrokken te zijn. De gemeente zorgt tijdens de procedure ervoor om de ouders zoveel mogelijk te ontzorgen.

 

De gemeente heeft over de aanvragen voor parkeerkaarten en parkeerplaatsen voor passagiers vrijwel geen klachten geregistreerd. We hebben er één gevonden. De gemeente blijkt klachten alleen te registreren als ze via de formele weg ontvangen worden. Als de gemeente ze via een andere weg ontvangt, worden ze niet geregistreerd en heeft de klachtencoördinator geen rol. Daarmee laat de gemeente kansen liggen om een beeld van haar handelen te krijgen en zo nodig te verbeteren, het vertrouwen van de burger te herwinnen en deze te wijzen op mogelijke rechtsbescherming.

 

Werk de klachtenafhandeling beter uit, betrek de klachtencoördinator, registreer alle klachten, betrek de leiding, leer van de klachten voor verbetering van de uitvoering en gebruik klachten om zo nodig het vertrouwen van de burger te herwinnen.

 

Zorgen voor aangepast vervoer

Eindrapport over zorgen aangepast leerlingenvervoer in Den Haag Kinderen hebben recht op inclusief onderwijs. Maar om dit onderwijs te volgen, moeten kinderen wel op school…

Lees verderOp de pagina Zorgen voor aangepast vervoer
Rapport