College Den Haag geeft antwoord op vragen Jeugdombudsman over Jeugdhulp
Jeugdombudsman Yvette Nass riep in april van dit jaar het college van Burgemeester en Wethouders van Den Haag op om snel helderheid te geven over…
070 752 8200 ma t/m vr 9:00 tot 12:00 uur
jeugdombudsman@denhaag.nl
Brief
Geachte raadsleden,
Bij de bespreking van het jaarverslag van de Jeugdombudsman op 23 november 2023 vroeg u mij een appreciatie te geven op de klachtenregeling van het Haags Toekomstperspectief Jeugd. Ik waardeer uw verzoek. Ik zegde toe genoemde klachtenregeling te zullen beoordelen aan de hand van eerdere aanbevelingen die ik deed rondom professionele, uniforme en integrale behandeling van jeugdklachten. Op 16 februari jl. heb ik de door de samenwerkingsverbanden Kracht en rondomJou opgestelde klachtenregelingen ontvangen. Met deze brief geef ik invulling aan mijn gedane toezegging (I). Ook deel in ik in deze brief mijn zorgen (II) rondom de afhandeling van klachten en bezwaren over jeugdhulp in de huidige situatie. Ik licht dat hieronder toe. Ik sluit mijn brief af met aandachtspunten (III). In de bijlage bij deze brief heb ik uitgewerkt hoe het nu geregeld is.
In het blauwe vlak aan de rechterzijde vindt u de downloadbare versie van de appreciatiebrief met bijlagen.
Klachten over jeugdhulp in Den Haag, kunnen gaan over de fase van uitvoering van jeugdhulp, maar ook over de fase van toegang tot jeugdhulp. Om die reden kijk ik in deze appreciatiebrief breder dan alleen de klachtenregelingen van de twee samenwerkingsverbanden, die gaan over de uitvoering van jeugdhulp. Ook de klachtenregelingen van de gemeente die gaan over toegang van jeugdhulp betrek ik hierbij. Zie hiervoor ook de bijlage bij deze brief.
Daarnaast kijk ik in deze brief niet alleen naar aanbevelingen rondom uniforme en integrale klachtbehandeling in het rapport “De weg kwijt in een oerwoud van klachtenregelingen”, maar kijk ik ook naar andere en eerdere aanbevelingen van de Jeugdombudsman rondom professionele behandeling van jeugdklachten.
Mijn appreciatie aan uw raad heeft tot doel om u raad te informeren en adviseren over (mogelijke) oplossingen om de Haagse jeugdzorg en klachtbehandeling daarover te verbeteren. Om die reden deel ik met u mijn visie en conclusies hierover.
De behandeling van jeugdklachten gebeurt door verschillende partijen en is ook in de nieuwe situatie versnipperd en niet goed op elkaar afgestemd. Van een uniforme en integrale klachtenregeling en -behandeling is, ook met de klachtenregelingen van de samenwerkingsverbanden, nog steeds geen sprake. Sinds het rapport “De weg kwijt in een oerwoud van klachtenregelingen” (juni 2022) is er, in strijd met de Jeugdwet en het Kinderrechtenverdrag, te weinig concreet gebeurd om het indienen van klachten én informatie daarover voor jeugdigen en ouders toegankelijker te maken. Jeugdigen worden nog steeds vergeten, zowel in de klachtenregelingen als in de klachtenprocedures van de gemeente, samenwerkingsverbanden en aangesloten jeugdhulporganisaties.
De Jeugdombudsman constateert dat haar eerdere aanbevelingen en uitgangspunten voor professionele, uniforme en integrale behandeling van jeugdklachten daarmee grotendeels (nog) niet zijn opgevolgd en geïmplementeerd. Het College heeft daarmee ook (nog) niet voldaan aan (artikel 5.5, tweede lid van) de Verordening Jeugdhulp 2024, die, na een recente aanpassing door de gemeenteraad, een uniforme en integrale klachtenregeling verplicht stelt voor jeugdhulpklachten. En de samenwerkingsverbanden hebben met hun huidige klachtenregelingen (nog) niet voldaan aan de in de aanbestedingsprocedure opgenomen verplichting om een uniforme integrale klachtenregeling op te stellen, zoals verwoord in het programma van Eisen (nr 33).
Hieronder leest u mijn overwegingen bij deze conclusies.
Het College heeft zeker al stappen gezet in het professionaliseren van de gemeentelijke klachtbehandeling. Ik verwijs u hiervoor o.a. naar het gemeentebrede Verbeterprogramma klachten en de reacties van het College op het jaarverslag 2022[1] van de Gemeentelijke ombudsman en Jeugdombudsman, alsmede de reactie van het College op de aangenomen motie “Eenduidige klachtbehandeling” om te komen tot een meer uniforme aanpak van klachten over de gemeente.
In haar zorgenbrief Rechtsbescherming, en de beraadslaging daarover op 18 januari jl. vroeg ik aandacht voor de rechtsbescherming van jeugdigen en ouders onder de Verordening Jeugdhulp 2024. De beraadslaging leidde tot belangrijke wijzigingen (amendementen[2]) in de versteviging van de rechtspositie en informatiepositie van jeugdigen en ouders in de Verordening Jeugdhulp 2024.
Alhoewel de Jeugdombudsman verheugd is met hiervoor genoemde stappen die al gezet zijn ter verbetering van klachtbehandeling, zijn er ook nog belangrijke aanbevelingen niet (volledig) opgevolgd, toezeggingen daarover niet nagekomen en verbeteringen in de jeugdhulp en klachtbehandeling daarover alsnog dringend vereist. Deze aanbevelingen zien en zagen namelijk op de verbetering van de toegang toe en de kwaliteit van de behandeling van jeugdklachten. De aanbevelingen hebben en hadden tot doel te helpen bij het verstevigen van de rechtspositie van jeugdigen[3] en ouders en de meldingsbereidheid in de jeugdzorg te vergroten.
Voor kinderen en jongeren is het klachtrecht soms het enige recht dat zij hebben om voor hun belang op te komen. Dan moet dat klachtrecht wel op orde zijn, ook als het gaat over zorg die door de gemeente is uitbesteed. In het rapport “De weg kwijt in een oerwoud van klachtenregelingen” verzoek ik de gemeente daarom ervoor te zorgen dat regels eenvoudig, vindbaar, werkbaar en actueel zijn. Ik vind het belangrijk dat jeugdigen en ouders niet steeds op verschillende plekken klachten moeten indienen waarbij iedere organisatie of instelling eigen regels en voorwaarden kent. Om die reden pleit ik voor een integrale benadering van klachten en het wegnemen van drempels.
Geconcludeerd en erkend is door het College dat jeugdigen in klachtenregelingen en – procedures worden vergeten en dat dat beter moet. Deze constatering heeft alleen (nog) niet geleid tot aantoonbare en concrete verbeteringen voor Haagse kinderen en jongeren en hun ouders:
Toen ik mijn rapport “De weg kwijt in een oerwoud van klachtenregelingen” schreef, was er een veelvoud aan niet actuele en niet op elkaar afgestemde gemeentelijke klachtenregelingen en klachtroutes. In mijn rapport noem ik onder andere de klachtenregeling Veilig Thuis Haaglanden, het Klachtenprotocol en -proces voor klachten over de gemeente (en VTH), de klachtenregeling OCW, de klachtenregeling GGD en de klachtenregeling voor de jeugdbeschermingstafel. Ik vroeg de gemeente genoemde klachtenregelingen in onderlinge samenhang te bekijken en te uniformeren en daar een concreet tijdspad aan te hangen met concreet te behalen resultaten. Voor zover ik heb kunnen nagaan zijn genoemde gemeentelijke klachtenregelingen sinds juni 2020 qua opzet, terminologie en samenhang niet alsnog op elkaar afgestemd en aangepast. Er is derhalve nog steeds sprake van een veelvoud aan (deels[6]) niet actuele en niet op elkaar afgestemde gemeentelijke regelingen en klachtroutes.
De door het College uitgesproken intenties[7] om voor 2024 één nieuwe (uniforme) klachtenregeling op te stellen, inclusief VTH en GGD is dus (nog) niet gerealiseerd.
Ook de wens en intentie van het College om het proces met de klachtencommissie GGD en de klachtenregeling GGD te veranderen, alsmede de informatie over de toezichtsrol van de GGD te verduidelijken, heeft (nog) geen vervolg gekregen. Een actueel tijdpad is mij niet bekend.
In de brief van 27 juni 2023 van het College aan de commissie Samenleving inzake “Jaarrapportage jeugd 2022” is aangegeven dat het College de toezegging te komen tot een uniforme klachtenregeling voor de nieuwe uitvoeringsorganisatie in 2024 als afgehandeld beschouwt, verwijzende naar nr. 33 in het Programma van Eisen.
De Jeugdombudsman constateert weliswaar dat de samenwerkingsverbanden de klachtenregelingen die op hun websites staan op elkaar afgestemd hebben, maar dat de klachtenregelingen en -routes van de afhandeling van klachten niet uniform zijn. Kracht en rondomJou hebben ieder een eigen klachtenregeling. Ook zitten er verschillen in de klachtbehandeling volgens die regelingen. Hetzelfde geldt voor de jeugdhulpverleners die aangesloten zijn bij de samenwerkingsverbanden. Zij hebben nog ieder hun eigen klachtenregelingen én klachtencommissies. De klachtenregelingen van deze klachtencommissies zijn, voor zover ik heb kunnen nagaan, niet terug te vinden. Voor ouders en jeugdigen is hiermee geen adequate informatie beschikbaar, mochten zij hun klacht aan de klachtencommissie willen voorleggen.
Bij gebrek aan een uniforme klachtenregeling voldoet het College niet aan artikel 5.5, lid 2, van de Verordening Jeugdhulp die, na aannemen van het amendement “uniforme klachtenregeling”, voor jeugdhulpaanbieders een uniforme klachtenregeling verplicht stelt. Door het woord uniforme toe te voegen aan artikel 5.5 wil uw raad borgen dat de klachtenregelingen bij de twee hoofdaanbieders hetzelfde zijn en onduidelijkheden bij zowel de jeugdigen, gezinnen en klachtenbehandelaars worden voorkomen. Ook voldoen de samenwerkingsverbanden bij gebrek aan een uniforme en integrale klachtenregeling niet de afspraken zoals verwoord in het programma van Eisen (nr. 33). Zie hierover ook de bijlage bij deze brief.
In de reactie van het College d.d. 9 januari jl. op de zorgenbrief van de Jeugdombudsman geeft het College aan dat “de route voor de afhandeling van de klachten voor de jeugdige of zijn ouder in beide klachtenregelingen hetzelfde is. Voor de afhandeling binnen iedere organisatie kan er geen volledige uniformiteit zijn omdat er organisaties betrokken zijn die met zorg vanuit verschillende wetten te maken hebben”.
Dat er volgens het College “geen volledige uniformiteit” kan zijn behoeft een nadere uitleg aangezien deze uniformiteit wel door uw raad verplicht gesteld is, meerdere keren toegezegd is en de klachtenregelingen aan dezelfde wet (Jeugdwet) moeten voldoen. Welke verschillende wetten op gewezen wordt en om welke reden dit aan uniformiteit in de weg zou moeten staan wordt in voornoemde brief niet aangegeven.
Binnen de gemeente is (nog) geen sprake van integratie van klachtencommissies. De klachtencommissies GGD en VTH bestaan nog steeds los van elkaar met ieder een eigen en verschillende klachtenregeling, rolverdeling, definities en procedures. Ook anderszins zijn de Jeugdombudsman geen stappen bekend om (meer) integraal te gaan werken binnen de gemeente. De klachtenregelingen van de gemeente en de klachtenregelingen van de klachtencommissies GGD en VTH zijn daarmee naast niet uniform, niet integraal. Of en welke belemmeringen er zijn, dan wel of er een concreet tijdspad is om alsnog te komen tot integratie van regelingen en commissies is mij niet bekend.
Hetzelfde geldt voor de samenwerkingsverbanden en de jeugdhulpverleners die aangesloten zijn bij de samenwerkingsverbanden. Zij hebben nog ieder hun eigen klachtencommissies en deze klachtencommissies hebben ook ieder weer hun eigen – niet uniforme – klachtenregeling. De klachtenregelingen die gelden voor deze klachtencommissies, hun werkwijze en bemensing zijn noch vermeld op de websites van de samenwerkingsverbanden, noch op de website www.jeugdhulpdenhaag.nl.
Hoe de klachtenregelingen van de samenwerkingsverbanden en van de aangesloten/gecontracteerde jeugdzorgaanbieders en klachtencommissies zich verhouden, blijkt niet uit de websites van de betrokken samenwerkingsverbanden, noch uit de informatie op de website www.jeugdhulpdenhaag.nl
Ook de klachtenregelingen van de twee samenwerkingsverbanden en de daarbij aangesloten jeugdhulpverleners zijn (naast niet uniform) niet integraal.
Een integratie van regelingen en klachtencommissies is wel toegezegd[8] door het College en als opdracht meegegeven aan de samenwerkingsverbanden in de aanbestedingsprocedure[8]. Een nadere toelichting waarom dit (nog) niet is gebeurd, is mij niet bekend.
In de reactie van het College d.d. 23 maart 2023 op de aanbevelingen van de Jeugdombudsman in het rapport “De weg kwijt in een oerwoud van klachtregelingen” om jeugdklachten volgens de Uitgangspunten voor professionele behandeling van jeugdklachten te behandelen, werd aangegeven dat deze aanbeveling “verwerkt zou worden in het nieuwe klachtenreglement”.
Echter, noch in de klachtenregeling(en) van de gemeente, noch in de klachtenregelingen van de samenwerkingsverbanden en/of aangesloten jeugdzorgaanbieders zijn genoemde uitgangspunten verwerkt of terug te vinden. Of de uitgangspunten bekend zijn gemaakt onder medewerkers/klachtbehandelaars/klachtencommissies is mij ook niet bekend.
Dit is wel van belang indien uniforme en integrale klachtbehandeling wordt nagestreefd. Ook deze aanbeveling is derhalve (nog) niet overgenomen.
De gemeente nam de aanbeveling van de Jeugdombudsman, om klachten niet te laten behandelen door de (direct) leidinggevende van de medewerker waarover geklaagd wordt, niet over. Dit standpunt is door de gemeente nader toegelicht bij de behandeling van de rapporten “De weg kwijt in een oerwoud van klachtenregelingen”, “Gehoord aan de jeugdbeschermingstafel?” en de bij de bespreking van de motie “Bakker die zijn eigen brood keurt” in september 2023.
Dit is nog steeds zo[10]. Zowel in de klachtenregelingen van de gemeente, als ook in de klachtenregelingen van de samenwerkingsverbanden. In de meeste gevallen worden klachten behandeld door een (direct) leidinggevende van de beklaagde medewerker. Onduidelijk is in hoeverre de jeugdige, ouder of beklaagde medewerker invloed hebben op deze keuze.
Dat vind ik zorgelijk omdat in de nieuwe situatie, jeugdigen en ouders zowel voor toegang tot jeugdhulp als de uitvoering van jeugdhulp, als klachtbehandeling daarover bij de samenwerkingsverbanden terecht moeten. Onduidelijk is of/hoe een gewenste en verplichte onafhankelijkheid van besluitvorming en klachtbehandeling dan wel het voorkomen van schijn van partijdigheid is geborgd dan wel daar toezicht op wordt gehouden door de gemeente in de nieuwe situatie. Omdat jeugdigen aangeven onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de klachtbehandelaar belangrijk te vinden voor het (willen) indienen van klachten, vraagt de Jeugdombudsman opnieuw aandacht voor deze eerdere aanbeveling.
Jeugdigen en ouders moeten rechtstreeks toegang hebben tot een klachtencommissie die op grond van de Jeugdwet is ingesteld. Een gesprek met een hulpverlener of (informele) klachtbehandeling door een teammanager kan niet als voorwaarde worden gesteld. Mede op basis van het hiervoor genoemde punt.
In de klachtenregeling van rondomJou is rechtstreekse toegang tot een onafhankelijke klachtencommissie al wel geborgd, in de klachtenregeling van Kracht (nog) niet. Met daarbij de eerder gemaakte kanttekening dat de klachtenregelingen, werkwijze en bemensing van deze klachtencommissies, voor zover ik heb kunnen nagaan, niet terug te vinden zijn op de websites van de samenwerkingsverbanden. Voor ouders en jeugdigen is hiermee geen adequate informatie beschikbaar over deze (gestapelde) klachtenregelingen, mochten zij hun klacht aan de klachtencommissie willen voorleggen.
In beide klachtenregelingen van de samenwerkingsverbanden ontbreekt informatie dat als onvrede niet wordt weggenomen door de samenwerkingsverbanden of/wanneer zij (alsnog) ook bij de gemeente terecht kunnen. Ook ontbreekt informatie waar ouders en jeugdigen terecht kunnen als vervolgstap nadat een klachtencommissie een oordeel heeft gegeven op een klacht. Ook informatie over toegang tot de Jeugdombudsman (zoals nu wel is opgenomen op de website van de CJG) is niet terug te vinden op de websites van de samenwerkingsverbanden.
Zoals ook toegelicht in de raadscommissies Samenleving van 23 november 2023 en 18 januari jl. krijg ik van ouders en professionals aanhoudend en in toenemende mate vragen over waar zij terecht kunnen met hun vragen en klachten over de nieuwe situatie inzake jeugdhulp en/of continuïteit van zorg aan hun kinderen door de huidige hulpverlener. Wanneer kunnen zij bezwaar maken (bij de gemeente)? Wanneer moeten zij een klacht indienen bij de gemeente, samenwerkingsverband, of jeugdhulpverlener? Of moeten zij de GGD of inspectie als toezichthouder benaderen als zij een signaal/misstand willen doorgeven? Vooral de onduidelijkheid bij ouders en kinderen of de vertrouwde hulpverlener, waarmee een kind veelal een vertrouwensband heeft opgebouwd, blijft of niet, baart ouders en kinderen veel zorgen, leidt tot onzekerheid en stress geven zij aan. Ouders en professionals vertellen mij dat ze de weg kwijt zijn in een juridisch doolhof van klacht- en bezwaarregelingen.
Voor klachten over de toegang tot jeugdhulp is de gemeente bevoegd deze af te handelen (zie bijlage) en niet de samenwerkingsverbanden. De gemeente verwijst niettemin naar de samenwerkingsverbanden en geeft (desgevraagd) aan dat voor klachten over toegang tot jeugdhulp de samenwerkingsverbanden eerste aanspreekpunt zijn. Als de klager er niet uitkomt met Kracht of rondomJou, kan de klacht alsnog bij de gemeente (Klachten OCW) worden ingediend.
Op de websites van de samenwerkingsverbanden, noch van jeugdhulpdenhaag.nl blijkt de mogelijkheid om (ook) een klacht in te kunnen dienen bij de gemeente als het wegnemen van onvrede over toegang tot jeugdhulp in een gesprek met de samenwerkingsverbanden niet tot een oplossing leidt.
De Jeugdombudsman constateert dat ook op de website van de gemeente Den Haag informatie ontbreekt over de mogelijkheid (ook) een klacht in te kunnen dienen over toegang tot jeugdhulp bij de gemeente. Ook ontbreekt informatie (op de website van de GGD) over de toezichthoudende rol van de GGD m.b.t. de Jeugdwet en hoe/wanneer ouders signalen/misstanden kunnen doorgeven over de (kwaliteit van) jeugdzorg[11]. De informatie op de website van de GGD gaat nu (alleen) over de toezichthoudende rol m.b.t. de WMO en kinderopvang.
De website van het CJG verwijst voor klachten over jeugdhulp naar de websites van de samenwerkingsverbanden en de website van jeugdhulpdenhaag.nl. De klachtenregelingen van de samenwerkingsverbanden gaan echter (zie bijlage) alleen over klachten over de uitvoering van jeugdhulp.
Voor jeugdigen en ouders is deze – niet uniforme en niet afgestemde – informatie over het kunnen indienen van klachten en/of misstanden over jeugdhulp onduidelijk en voor jeugdigen zeker niet toegankelijk, geven ouders en professionals mij in recente klachten aan, terwijl dit op grond van de Jeugdwet en het Kinderrechtenverdrag (zie bijlage) wel verplicht is. Ook heeft het College aangegeven dat het aanspreekbaar zijn op vragen, problemen en klachten over uitbestede jeugdhulp en jeugdbescherming, onderdeel is van het verbeteren van de procedure rondom klachten[12].
Als jeugdigen of ouders het oneens zijn met door de samenwerkingsverbanden (namens de gemeente) aangeboden jeugdhulp, het niet verlengen van jeugdhulp door de huidige jeugdhulpaanbieder of weigering van hulp, moeten zij nu vaak alsnog eerst een beschikking vragen, alvorens er een bezwaarmogelijkheid ontstaat. Punt is dat ouders en jeugdigen dat vaak niet weten en zij in de huidige situatie afhankelijk zijn van of en wie hen die informatie verstrekt.
In geval een beschikking niet standaard, maar enkel op verzoek wordt verstrekt zoals nu (nog) in Den Haag, belemmert dit de mogelijkheid een bezwaarprocedure te starten, zie ik in recente klachten die mij bereiken[13]. Ik verwijs hiervoor ook naar de Zorgenbrief rechtsbescherming die ik hierover schreef op 7 december 2023 en mijn toelichting daarop in de raadscommissie van 18 januari jl. Ik lichtte hier toe dat de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op het nemen van besluiten over maatwerkvoorzieningen op grond van de Jeugdwet. In mijn presentatie op 18 januari jl. vertelde ik u dat de Verordening Jeugdhulp zowel wat betreft het beschikkingsvrij werken, als voor wat betreft het volgen van een “meldingprocedure (vgl. WMO) ” afwijkt van de Algemene wet bestuursrecht en volgens rechters onverbindend is.
Onduidelijkheid over wanneer sprake is van een aanvraag en beslistermijnen kan leiden tot een (stapeling van) procedures over ingebrekestelling, dwangsom en rechtstreeks beroep[14], waarbij de kosten van de dwangsommen voor rekening zijn van de samenwerkingsverbanden[15].
Als recente ontwikkeling kan ik u melden dat bij brief van 15 februari jl. het ministerie van VWS, in afstemming met de minister van Rechtsbescherming, in de zaak van Kroonberoep in de gemeente Maassluis, heeft bevestigd dat beschikkingsvrij werken niet mag. Vanwege strijd met de Algemene wet bestuursrecht is vernietiging door de Kroon van de Verordening Jeugdhulp dan mogelijk, geeft het ministerie aan.
Ondanks de extra waarborgen die op basis van amendementen zijn toegevoegd aan de Verordening Jeugdhulp 2024, om jeugdigen en ouders te informeren over hun bezwaarmogelijkheid, blijkt nu uit ingekomen klachten bij de Jeugdombudsman dat het niet standaard beschikken leidt tot rechtsbeschermingsproblemen en onzekerheden over waar je moet zijn als ouders of jeugdige.
Problemen ontstaan o.a. als een gevraagde beschikking niet of niet tijdig wordt verleend. Ook ontstaan problemen als op een verzoek om een beschikking alleen een informele (niet schriftelijke) reactie of een niet gemotiveerde reactie volgt. Ouders (en jeugdigen) weten in deze situaties nu niet waar zij terecht kunnen als een gevraagde beschikking uitblijft of een vraag om jeugdhulp niet herkend op opgepakt wordt als een aanvraag. Uniforme en adequate informatie op de websites van gemeente en samenwerkingsverbanden ontbreekt hierover, geven zij aan.
Ik maak me daarom sterkt voor het afgeven van schriftelijke besluiten over het wel en niet toekennen van hulp omdat dit leidt tot duidelijkheid en rechtsbescherming.
Ik vraag met deze brief daarom aandacht voor uniforme en kindvriendelijke, op elkaar afgestemde, informatie over aanvraag-, klacht en bezwaarmogelijkheden op websites en door medewerkers bij gemeente en samenwerkingsverbanden aan jeugdigen en ouders. Daarmee kan (mogelijk) voorkomen worden dat jeugdigen en ouders hun procedurele kansen worden ontnomen door gebrekkige informatie, dan wel dat een ongewenste stapeling van procedures ontstaat. Aandacht hiervoor acht ik urgent omdat er niet alleen nu al ouders en jeugdigen de weg kwijt zeggen te zijn, maar ook omdat de datum van 1 juli 2024 nadert waarna in veel gevallen financiering en daardoor hulp van huidige hulpverleners stopt en (meer) vragen en klachten daarover te verwachten zijn.
Zoals ik recentelijk nog in mijn jaarverslag (2022) en Zorgenbrief rechtsbescherming heb bepleit, blijft een herkenbare plek voor vragen en klachten waar jeugdigen en ouders terecht kunnen belangrijk voor vragen, klachten en bezwaren over (continuïteit van) jeugdhulp, zowel in de huidige situatie als in de situatie na 1 juli 2024 belangrijk. Waarbij die plek goed vindbaar is, adequate antwoorden geeft én goed (telefonisch) bereikbaar is voor zowel ouders als jongeren. De informatie op de websites van de samenwerkingsverbanden en jeugdhulpdenhaag.nl is op dit moment te algemeen, niet uniform, niet gericht op jeugdigen en neemt niet alle huidige en te nog verwachten vragen over wijzigingen in jeugdhulp (per 1-7-2024) weg. Op de website jeugdhulpdenhaag.nl is over de wijzigingen na 1 juli 2024 nu enkel nog te lezen dat “Het wordt in mei of juni van 2024 bekend hoe het traject daarna (na 1-7-2024) loopt”.
Belangrijk vindt de Jeugdombudsman dat meer, beter en eerder informatie wordt verstrekt en dat in deze informatie aan de volgende vragen aandacht wordt besteed en aan ouders en jeugdigen helderheid wordt verschaft:
In het Coalitieakkoord 2022-2026 staat dat de gemeente wil leren van ervaringen en daarbij ook de aanbevelingen van de Gemeentelijke ombudsman en Jeugdombudsman gebruikt. In mijn jaarverslag 2022 “Stukgelopen in het systeem” (p.5) informeerde ik uw raad dat niet al mijn aanbevelingen opgevolgd worden. Ook uit mijn appreciatie blijkt dat het (nog steeds) beter moet met het (tijdig) opvolging van aanbevelingen en omzetten van aanbevelingen in concrete acties. In mijn (komend) jaarverslag 2023 besteed ik hier, op verzoek van uw raad en zoals afgesproken in de commissie Samenleving van 23 november 2023, nadrukkelijk aandacht aan. Ook in mijn (binnenkort komende) Jeugdombudsagenda 2024 heeft het bewaken van de opvolging van aanbevelingen prioriteit gekregen.
Gelet op mijn appreciatie (I) en mijn zorgen over de huidige situatie in de Haagse jeugdhulp (II) ga ik komende tijd in mijn gesprekken met de samenwerkingsverbanden, gemeente en in klachtbehandeling over jeugdhulp mijn focus leggen op de volgende aandachtspunten:
Mocht u naar aanleiding van dit bericht nog vragen hebben dan kunt u daarvoor contact opnemen met mijn kantoor via 070 – 7528000 of jeugdombudsman@denhaag.nl. Indien gewenst ben ik uiteraard bereid mijn brief in een raadscommissievergadering en/of werkbespreking verder toe te lichten. Ook heb ik de samenwerkingsverbanden aangeboden met hen (verder) in gesprek te gaan over deze brief.
Met vriendelijke groet,
Yvette Nass
Jeugdombudsman gemeente Den Haag en Leidschendam-Voorburg
[1] RIS 316273, bijlage 1 en brief 11 december 2023 “toezeggingen tweeminutendebat “Algemeen en laagdrempelig meldpunt klachten Wmo”.
[2] Onderdeel L van de vergadering van de gemeenteraad.
[3] Zie hierover ook afdoening van de motie : “Verstevigen rechtspositie kinderen, jongeren en gezinnen in de jeugdzorg”, RIS310762.
[4] Brief 14 juni 2023, kenmerk (OCW) 20230614 en brief van 20 juni 2023, kenmerk (OCW) 20230620 in reactie op brieven van de Jeugdombudsman en JONG Doet mee.
[5]De wethouder Jeugd zegde tijdens de bespreking van het vorige jaarverslag op 23 november 2023 toe in Q1 van 2024 terug te komen op de mogelijkheden van implementatie van een generatietoets. Deze reactie heeft de Jeugdombudsman (nog) niet gezien/ontvangen.
[6] De klachtenregeling CJG (2017) werd voor het jaar 2023 geactualiseerd. De werkwijze voor de jeugdbeschermingstafel werd in 2023 aangepast en op 3 oktober 2023 aangeboden aan Commissie Samenleving.
[7] Zie noot 3.
[8] Zie o.a. onder punt 4 het antwoord van het College op de vragen van raadslid mevrouw Verduin luidend “Toezicht op gezinshuizen”, RIS316999.
[9] Nr. 33 van het programma van Eisen.
[10] Recentelijk werd een nieuwe werkwijze van de jeugdbeschermingstafels aangenomen, waarbij volgens de klachtenregeling (artikel 5.7) een klacht aan het afdelingshoofd of de teammanager van de jeugdbeschermingstafel (d.i. de direct leidinggevende van de beklaagde medewerker) wordt voorgelegd als bespreking van de onvrede met de voorzitter van de jeugdbeschermingstafel de onvrede niet heeft doen wegnemen.
[11] Zie hierover ook de beantwoording schriftelijke vragen “Algemeen en laagdrempelig meldpunt klachten WMO en de brief van 11 december 2023 n.a.v. toezeggingen in het tweeminutendebat hierover.
[12] Zie hierover de afdoening van de motie “Meldingsbereidheid jeugdzorg”, RIS309658.
[13] Zie hiervoor ook het eerder genoemde rapport “Kinderen en ouders met recht goed beschermd”, o.a. p. 67.
[14] Als bedoeld in artikel 4:17 en 6:12 van de Algemene wet bestuursrecht.
[15] Paragraaf 4.7 van de Gunningsleidraad Doorontwikkeling Jeugd- en Gezinshulp Den Haag.
[16] Zie artikel 14 van Programma van Eisen en paragraaf 4.6 van de selectieleidraad Jeugd en Gezinshulp Den Haag.
Jeugdombudsman Yvette Nass riep in april van dit jaar het college van Burgemeester en Wethouders van Den Haag op om snel helderheid te geven over…
Lees de brief: College Den Haag geeft antwoord op vragen Jeugdombudsman over Jeugdhulp
De Jeugdombudsman, Yvette Nass, roept het college van Den Haag op om snel helderheid te verschaffen over de mogelijkheid van voortzetting van jeugdhulp bij huidige…
Lees de brief: Jeugdombudsman roept dringend op tot duidelijkheid over voortzetting jeugdhulp in Den Haag na 1 juli 2024
Aan het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Den Haag (verstuurd per e-mail) Den Haag, 7 december 2023 Onderwerp : Zorgenbrief ombudsman rechtsbescherming…
Lees de brief: Zorgenbrief ombudsman rechtsbescherming jeugdhulp 2024